Naar content
Afbeelding

Regenwater

Regenwater

Regen valt overal. Maar niet de hele tijd en ook niet altijd evenveel. Hier lees je dat:

  • Het maar 7% van de tijd regent, sneeuwt of hagelt, en meestal niet hard.
  • Regen schoon is, tot het over vuile oppervlakken stroomt.
  • Regenwater soms in het riool komt samen met afvalwater, soms in een apart riool, en soms niet in een riool wordt afgevoerd maar in goten of greppels.
  • Bij hevige regen de straten het groen en de tuinen soms even nodig zijn om water te bergen
  • Door klimaatverandering gebieden zo ingericht moeten worden dat er meer water kan staan, maar dat we toch rekening moeten houden met wat vaker hinder

Hier en daar een bui

Image

In Nederland regent, sneeuwt of hagelt het 7% van de tijd. Het merendeel van de tijd, 93 %, regent het dus niet. Of een regenbui lang en zwak is, of kort en hevig maakt een groot verschil in wat we ervan merken. Wanneer het in Nederland regent, is het meestal een kort klein buitje of een miezerbui (motregen). Er valt dan tussen 0,1 liter en 3 liter per vierkante meter. Het water van zo’n bui zakt heel snel weg in de grond en niemand merkt er dan nog iets van. Ongeveer 1% van de tijd valt er een stevige bui. Dan valt er ongeveer 3 tot 10 liter per vierkante meter. Veel van dat regenwater zakt niet in de grond, maar loopt direct het riool of de berm in. Soms, ongeveer 0,1% van de tijd, regent het in korte tijd zoveel dat er plassen blijven staan op de weg en tussen het groen. Het riool loopt vol en stroomt soms over naar een vijver of sloot. Heel zelden is er een enorme hoosbui die in korte tijd een deel van de straten en tuinen onder water zet. Bij zo’n wolkbreuk gaat het soms om tientallen liters per vierkante meter in slechts een paar minuten. Dit soort buien komen tientallen keren per jaar ergens in Nederland voor.

Hoeveelheid regen in mm

Hoeveel regen er valt, kan worden aangegeven in liters zoals hierboven. Soms is het handiger om een regenhoeveelheid in samenhang te zien met het oppervlak waarop het valt. Door het aantal liters dat valt te delen door het aantal vierkante meter waarop het valt, krijg je de eenheid millimeter (mm). Deze eenheid gebruiken ze ook in weerberichten. In Nederland valt in totaal elk jaar ongeveer 800 millimeter regen. Dat is dus 800 liter per vierkante meter per jaar.

Deze manier om de hoeveelheid regen uit te drukken is handig om na te gaan hoe nuttig een riool of sloot is om regen te bergen. Dan drukken we de inhoud uit in relatie tot het oppervlak waarvan de regen er naartoe stroomt. Als we weten hoeveel liter er in de sloot past, zegt dat niet veel zonder extra informatie. Als we weten dat in de sloot 40 millimeter kan worden geborgen (dat is dus 40 liter per vierkante meter van het oppervlak dat de regen afvoert naar de sloot), weten we hoe nuttig die sloot is voor zijn omgeving. Ook de omvang van afvoer kan relatief worden uitgedrukt, in millimeter per uur. Daarmee geven we bijvoorbeeld aan hoeveel een gemaal verpompt in relatie tot het gebied waarvan hij het water afvoert.

Regen is best schoon

Als het uit de lucht valt is de regen, sneeuw of hagel schoon. Dat water kunnen we zelfs drinken. Viezigheid op het dak of op de stoep, zoals vogelpoep, maakt het een beetje vuiler. Dan is het water niet meer geschikt om te drinken. Het is dan nog wel schoon genoeg om in de grond of in oppervlaktewater te stromen zonder het milieu te verontreinigen. Op de weg zijn er andere stoffen die in het regenwater komen, zoals olie en deeltjes die van autobanden en remmen slijten. Op sommige plekken, zoals marktpleinen en bij benzinepompen, wordt de regen zo vies dat het problemen veroorzaakt als het in oppervlaktewater zou komen. Oude huizen hebben vaak één buis om regen samen met afvalwater af te voeren. Sinds 2008 voert elk nieuw gebouw het afvalwater apart af van regenwater. Zo kan het schonere regenwater ook daarna apart worden behandeld.

Lichte regen

Als het miezert, wordt alles nat. Maar daar blijft het ook bij. Het water stroomt niet echt weg. Waar het kan zakt het water in de grond. Na het buitje verdampt de rest van het regenwater vanzelf.

Flinke regen

Als het stevig regent, gaat de regen stromen over het oppervlak. Het water stroomt naar het laagste punt. Als we er niets aan doen, dan komen op die lage punten grote plassen die lang blijven staan. Bij de aanleg van de weg bedenken de ontwerpers daarom al waar het water terecht moet komen, en dat het vanaf daar moet worden afgevoerd. Vaak voeren riolen het regenwater samen met afvalwater af. Op steeds meer plekken is er een regenriool, goot of greppel om het regenwater af te voeren. Dit wordt uitgelegd bij stelseltypen. Daken hebben hiervoor dakgoten en regenpijpen.

Een hoosbui

Bij een hoosbui past niet al het water direct in het riool of in de goten en greppels. Dan moet het water dus op de weg en in het groen wachten tot het afgevoerd kan worden. Voor deze hoosbuien is de hoogte van de straten, gebouwen en het groen heel belangrijk. Veel straten liggen wat lager en hebben stoepranden. En veel bermen liggen even hoog of lager dan de weg. Zo blijft het water op de weg en in het groen. Pas als er nog meer water valt, loopt het over de stoep en de tuinen in. Huizen horen nog wat hoger te staan, zodat ze droog blijven. We kunnen tijdens en na zo’n hoosbui last hebben van het regenwater dat enkele uren blijft staan. Als de omgeving goed is ingericht en de gebouwen goed zijn gebouwd, is er geen of nauwelijks schade.

Vaker hoosbuien door klimaatverandering

Door de klimaatverandering wordt het weer extremer. Er valt wat meer regen. En er valt vaker veel regen in korte tijd. Ook zal het vaker stormen en hagelen. Tegelijkertijd groeien de steden en dorpen. Er komt daardoor minder groen dat regenwater opneemt en juist meer klinkers, tegels, asfalt en daken waar het snel vanaf stroomt. Hierdoor komt vaker en meer water op de weg te staan. Dit kan leiden tot meer hinder en schade. Om dat te voorkomen, moeten de straten van nieuwe wijken zo aangelegd worden dat ze meer water kunnen opvangen. Voor bestaande wijken wordt berekend of en waar het mis kan gaan. Waar nodig worden maatregelen getroffen om schade en hinder zoveel mogelijk te voorkomen. We moeten wennen aan wat vaker hinder van water op de weg. Schade moeten we zoveel mogelijk voorkomen.